Momenteel is er veel aandacht voor stikstof. Verbrandingsmotoren zijn een belangrijke bron van stikstof. Verduurzaming van mobiliteit draagt bij aan de vermindering van de stikstofuitstoot, en past dus binnen zowel klimaat- als stikstofbeleid. De stikstofdiscussie is ook voor de Kracht van Utrecht interessant.

Om te beginnen moeten we onderscheid maken tussen de diverse vormen van stikstof. De "ongebonden" vorm is totaal onschadelijk: bijna 80% van de lucht die we inademen bestaat uit ongebonden stikstof. De stof heet stikstof omdat je in lucht die alleen stikstof bevat zou stikken. Het probleem zijn de gebonden vormen, want die zijn een meststof voor planten als brandnetel. Als we teveel van die gebonden vormen in de bodem brengen worden andere planten weggedrukt. Dan spreken we van overbemesting.

De twee belangrijkste vormen van gebonden stikstof zijn ammoniak en stikstofoxiden. Ammoniak wordt het meest uitgestoten door landbouw. Stikstofoxiden komen vooral vrij bij verbrandingsprocessen. De landbouw is verantwoordelijk voor ongeveer 60% van de uitstoot van gebonden stikstof, vaste bronnen (elektriciteitscentrales, industrie, huisbrand) voor ongeveer 15% en verkeer en vervoer voor ongeveer 25% van de binnenlandse uitstoot. Er komt ook nog gebonden stikstof uit het buitenland.

De stikstofdiscussie gaat over hoeveel er neerslaat in beschermde natuur, in de zogenaamde Natura 2000-gebieden. De Oostelijke Vechtplassen zijn het enige Natura 2000-gebied in de regio Utrecht. Omdat landbouw vaak dicht bij, en snelwegen zelfs vaak in, Natura 2000-gebieden liggen, zijn dat de belangrijkste veroorzakers van overbemesting van Natura 2000-gebieden. De overbemesting is zo ernstig dat alle sectoren ─ landbouw en verkeer (land, lucht, water) ─ moeten inleveren.

Het probleem van overbemesting bestaat al jaren. De discussie over hoe die aangepakt moet worden is nu eindelijk op gang gekomen doordat de Raad van State heeft gezegd dat de door de regering ontwikkelde regeling niet aan de Europese richtlijnen voldoet. Geen enkele sector wil bezuinigen, dus iedereen wijst naar de ander. Maar toch zullen alle sectoren hun uitstoot moeten minderen.

Het is misschien goed om op te schrijven welke denkfouten er daarbij gemaakt worden:
  1. De Europese richtlijn schrijft voor dat Nederland minder stikstof in de bodem van Natura 2000-gebieden moet brengen. Het gaat er dus niet direct om wat we in de lucht brengen. De uitstoot van vliegtuigen en zeeschepen bijvoorbeeld is best hoog, maar relatief weinig daarvan komt in Natura 2000-gebieden terecht. Landbouw bij en snelwegen door die gebieden zijn veel grotere bronnen van overbemesting. De verwarring tussen uitstoot en "depositi" (dat wat er in de bodem terechtkomt) is begrijpelijk, want stikstof moet eerst in de lucht brengen voordat het kan neerslaan. Maar het onderscheid is belangrijk. Voor de huidige stikstofdiscussie moet je niet alleen kijken naar hoeveel je eigen sector uitstoot, maar ook hoe dicht je bij een Natura 2000-gebied zit.
  2. Het gaat alleen om Natura 2000-gebieden. Het is niet helemaal duidelijk waarom Amelisweerd niet zo’n gebied is.
  3. Stikstofoxiden worden vaak ook in de klimaatdiscussie genoemd. Zij hebben echter slechts een klein broeikaseffect. Toch is er wel overlap. Ze komen immers vrij bij verbrandingsprocessen, en die vormen ook de grootste bron van koolstofdioxide (CO2). En dat is wel het belangrijkste broeikasgas door de mensheid in de lucht gebracht. Bij klimaatmaatregelen ontkom je niet eraan om het verbranden van fossiele (en ook bio-)brandstoffen te verminderen, en dan heb je als leuk neveneffect ook dat je minder stikstof uitstoot. Deze koppeling tussen klimaat en stikstof bestaat overigens ook in de landbouw. Onze vleesproductie (dus eigenlijk onze vleesconsumptie) veroorzaakt zowel veel broeikasgas als stikstof (ammoniak vooral).
  4. Ook worden stikstofoxiden vaak genoemd in discussies over luchtvervuiling. De Europese normen voor luchtvervuiling zijn er zelfs op gebaseerd. Het gaat dan dus om stikstofoxiden in de lucht, niet in de bodem. In de lucht zijn stikstofoxiden relatief onschadelijk voor de gezondheid van gezonde mensen. Het lijkt erop dat het alleen schadelijk is voor mensen die gevoelig zijn voor astma. Maar als er in de lucht veel stikstofoxiden zitten, dan zit je waarschijnlijk dicht bij een autoweg (of bij Schiphol of een zeehaven). Dan zit er ook veel roet in de lucht en dat is schadelijk voor iedereen. Vermindering van stikstofoxide heeft op zich geen topprioriteit als het gaat om gezonde lucht; daarvoor zijn maatregelen tegen roetuitstoot effectiever.
Al met al gaat de huidige stikstofdiscussie dus over de depositie in Natura-2000 gebieden. Die komt vooral van landbouw en wegverkeer. Verduurzaming van het verkeer is niet alleen een goede klimaatmaatregel, maar het reduceert ook de stikstofproblemen.